Een van de vroege gebruikers van de HelpSoq is Vitalis in Eindhoven. Daar werkt de energieke Bente van Pinxteren als project adviseur. Zij is verantwoordelijk voor de implementatie van allerlei innovaties. En als je haar vraagt: welke innovatie ging nu uitgesproken makkelijk? Dan zegt ze: ‘de HelpSoq’.
Voor Vitalis is de HelpSoq een plug & play innovatie. Bente zegt daarover: ‘Het is meteen duidelijk dat dit toestel de fysieke belasting aanpakt. En dat willen we. Waarschijnlijk gaat het aantrekken van kousen met de HelpSoq nog sneller ook, maar dat hebben we niet eens gemeten’. Een wetenschappelijke onderbouwing had Bente niet nodig, om met dit nieuwe hulpmiddel aan de slag te gaan. ‘Dat toestel biedt voordelen, dat zie je meteen’.
Een hele investering
Er staan bij Vitalis zo’n 75 toestellen op 14 vestigingen. Een hele investering, zou je denken. Maar die zijn niet allemaal op dezelfde dag aangeschaft, aldus Bente. ‘De eerste stap bij een innovatie, komt bij Vitalis altijd uit een van de 14 teams Zorgtechnologie. Dat zijn teams die bestaan uit steeds ongeveer 5 medewerkers die innovatie en technologie leuk vinden. Zij vragen bij mij zo’n toestel aan.’ Bente startte het HelpSoq project met 5 toestellen ineens. Dan kunnen meerdere professionals meteen écht ervaringen opdoen. Die verkennende afdeling gebruikte de toestellen naar eigen inzicht. Zo werd er één toestel geplaatst bij een mevrouw met zeer gevoelige benen, en andere toestellen kwamen terecht op het einde van de gang, per etage van het gebouw. Met zo’n HelpSoq machine worden elke ochtend zo’n vijf of zes intramurale patiënten geholpen.
Fysieke belasting en verzuim
Sommige medewerkers houden liever vast aan hun vertrouwde, mechanische hulpmiddel en dat is voor Bente ook helemaal geen probleem, zegt ze: ‘Maar de groep die door de HelpSoq veel minder fysieke belasting ervaart, is snel gegroeid. En omdat onze veertien teams “Zorgtechnologie” regelmatig samen overleg hebben om hun ervaringen te delen, is de HelpSoq in de loop van een jaar bij alle teams ingevoerd. Inmiddels investeren we niet meer in de oude aantrek-hulpmiddelen’ zegt Bente. ‘En erkennen we de HelpSoq als hét hulpmiddel bij het aantrekken van steunkousen. En dan zie je dat uiteindelijk iedereen mee gaat werken.’ Voor de betrokken medewerkers bij Vitalis presenteerde Bente zelf een instructievideo, gemaakt door het team van HelpSoq. Van alle toestellen staat ongeveer de helft in woningen, de andere helft wordt gebruikt op het einde van de gang.
Wat doet de invoering van de HelpSoq nu met het verzuim van al die medewerkers? ‘Er waren zeker vier medewerkers die bij de invoering van de HelpSoq met verzuim thuis zaten. Met de komst van het toestel zijn zij weer begonnen. Dat biedt geen exacte cijfers, noch bewijs. Er is ook geen meting vóór en ná de invoering gedaan en dat vind ik ook niet nodig. Je ziet namelijk meteen dat dit toestel de fysieke belasting laat dalen, en daar gaat het ons om.

Bestuur met lef
Bente is al vijf jaar bezig met innovatie en introduceerde eerder al de Tessa en de Medido. Ze maakte voor de HelpSoq geen gebruik van subsidies. ‘Dat kost allemaal nodeloos veel tijd en maakt de invoering van innovaties best stroperig. Elk team heeft een eigen budget voor innovaties. En toen het pionier-team hun bevindingen deelde met de anderen, kwam de HelpSoq bij iedereen bovenaan het wensenlijstje. En zo heeft elk team de investering zelf verwerkt.’ vertelt Bente met een glimlach. ‘We hebben een bestuur met lef. Zo zie je dat binnen Vitalis eerst alle innovaties bottom-up plaats vinden, en bij duidelijk succes na een poosje door mij min of meer top-down worden geborgd. Dat is voor een organisatie als de onze een succesvolle route.’
Plug-and-play
Waarom is de HelpSoq een makkelijke innovatie? Daarover is Bente heel stellig: ‘De meeste innovaties bevatten sensoren en software. En dan heb je allerlei voorwaarden rond privacy, veiligheid en netwerken. Maar de HelpSoq is plug-and-play. De instructie duurt kort en je kunt er meteen mee beginnen.’

Al heeft Bente geen druk op de teams uitgeoefend, ze bezocht wel alle locaties voor het afscheid van achterhaalde hulpmiddelen. ‘Dat werd een denkbeeldige rituele verbranding van de glijzakken, die jarenlang hebben bijgedragen aan fysieke belasting. Zulke stappen moet je vieren, want het betekent best veel in de dagelijkse routine.’ In de hele transitie hebben vooral de ergo-coaches een ambassadeurs-rol gespeeld. Omdat zij – net als Bente zelf – de afname van de werkbelasting nastreven. ‘Ook enkele ergotherapeuten nemen een toestel mee in de wijk. En halen daar cliënten over om voortaan zélf hun kousen aan te trekken. Zo neemt de werkdruk natuurlijk ook af.’
Elkaar helpen
Na verloop van tijd zie je dat de teams elkaar blijven inspireren. ‘Zo is er een team begonnen met een extra ring op dezelfde HelpSoq, zodat je handiger op volgorde kunt werken. En dat nemen de andere teams dan snel over.’ Bente zelf wisselt haar ervaringen ook uit met andere collega-bedrijven. Daar ziet ze dat hun zorgtechnologie-teams vaak kleiner zijn. Zij krijgen zulke veranderingen van hulpmiddel minder vlot voor elkaar.

Bente merkt dat Hogescholen graag In Eindhoven komen kijken. Maar Vitalis zou haar successen wat uitbundiger mogen uitdragen. Ook wordt ze gevraagd voor allerlei workshops en demonstraties voor mantelzorgers en behandelaren. En Bente vindt het helemaal okay als men haar gewoon belt voor advies. ‘Als we mekaar een beetje helpen in de zorg, dan werkt het allemaal nét iets soepeler.’